Een tijdje geleden schreven we over de indrukwekkende stad Sint-Petersburg. Deze stad heeft vele prachtige bouwwerken waaronder de mooiste kerken en kathedralen. Het schrijven van dit blog inspireerde ons om wat nieuwe fotografietips te geven; we hebben namelijk nog nooit een blog geschreven over misschien wel de mooiste bouwwerken die er zijn! Lees daarom meer over het fotograferen van kerken en kathedralen.

 

Kerken en kathedralen: de geschiedenis

De oudst gevonden kerk stamt ongeveer uit het jaar 33 tot 70 na christus en bevindt zich in de plaats Rihab (Jordanië). Het zijn oorspronkelijk gebouwen waar christenen bijeenkwamen om te praten over het geloof. Kerken en kathedralen verspreiden zich pas echt enkele eeuwen later. De gebouwen waren vaak (één van) de belangrijkste gebouwen van de stad. Naast een goede plaats om geloof te voeren waren de gebouwen ook het middelpunt van de stad. Een godshuis kon ook een andere functie hebben, zoals een basiliek vaak had. In een basiliek werd bijvoorbeeld ook recht gesproken, handel gedreven of het diende als andere ontmoetingsplaats. Het verschil tussen een kerk en een kathedraal is dat er in een kathedraal een bisschop zetelt.

De oudste kathedraal ter wereld bevindt zich overigens in Armenië in de plaats Etsjmiadzin en stamt uit het jaar 301 tot 303 na christus.

Volg de huisregels!

Er is op internet erg veel te vinden over gebedshuizen en andere religieuze gebouwen. Als je meer wilt weten over dit onderwerp kun je het beste zelf eens gaan zoeken op het internet naar deze bijzondere bouwwerken en hoe ze zijn ontstaan. Wij concentreren ons in dit blog specifiek op het fotograferen van kerken en kathedralen. Wellicht voor de hand liggend, maar goed om te benoemen: kerken en kathedralen hebben (meestal) een religieuze bestemming. Wees daarom ten alle tijde erg respectvol met de regels van het gebouw. Bijna elke kerkgebouw heeft bij de ingang de huisregels duidelijk aangegeven. Soms mag je zelfs niet fotograferen: ook in dat geval zal je je bij de regels moeten neerleggen. Je kunt altijd nog de – vaak sierlijke – buitenkant fotograferen. Gelukkig mag je in veel gevallen wel je camera erbij pakken: lees hieronder hoe je dit dan het beste kunt doen!

Zorg voor voldoende licht

Oude kerkgebouwen zijn vaak zo gebouwd dat ze voldoende natuurlijk lichtinval hebben. Dit zorgt niet alleen voor een mysterieuze en indrukwekkende lichtinval door bijvoorbeeld het glas in lood raam, maar was in vroege tijden gewoon ook erg praktisch bij gebrek aan lampen. Alhoewel er vaak veel grote ramen zijn in een kerk, zijn er altijd ook veel plaatsen waar het licht niet goed kan komen. Deze donkere plaatsen zijn iets lastiger te fotograferen. De flitser gebruiken is, zowel vanuit de gedragsregels van de kerk, als voor de kwaliteit van de foto’s niet aan te raden. Je kunt beter gebruikmaken van de volgende instellingen:

Witbalans

Witbalans is één van de bekendste methodes om lichtere foto’s te maken. Door deze instelling pas je het aantal kelvin van de foto aan waardoor het licht “feller” of “zwakker” wordt; vergelijk het met een tl-buis of een gloeilamp. Best lastig hè? Lees hier een uitgebreide uitleg over witbalans.

Sluitertijd

Als je zelf je ogen lang openhoudt, krijg je vooral tranerige ogen. Bij een camera is dit anders. Een camera die langer zijn ogen opent, vangt meer beeld en licht op zijn sensor. Hoewel bij jouw en mijn ogen het beeld direct wordt opgeslagen in onze hersenen, ook al houden we onze ogen open, wordt het beeld van een camera pas opgeslagen na het sluiten van “de ogen”. Hoe langer de ‘sluitertijd’, hoe meer beeld en licht je kunt opslaan op de camera. Omdat het beeld wel wat gevoeliger wordt bij een lange sluitertijd, is het gebruik van een statief aan te raden. Lees hier meer over sluitertijd.

Diafragma

Wederom een camerafunctie die gebaseerd is op het oog. Je hebt vast wel eens gemerkt dat je ogen aan het licht moeten wennen als je van het donker naar het licht gaat. Dat is omdat je pupil kleiner wordt; er is immers een minder grote opening nodig om het beeld en licht op te vangen. Zo werkt het ook met een camera. Lees er hier meer over.

ISO

ISO is een onderschatte truc voor meer licht. Door de ISO aan te passen pas je de lichtgevoeligheid van de camera aan. Hierdoor kun je lichtere foto’s maken. Pas echter wel op dat je de ISO niet te hoog zet, hierdoor krijg je ruis op de foto. Interessant? Lees er hier meer over.

Positie

Instellingen zijn één, maar in een juiste positie staan is ook erg belangrijk. Soms moet je even wat stappen voor- of achteruit zetten om net een beetje licht op de lens te laten vallen. Speel hiermee als je foto’s gaat maken van een kathedraal. Soms is het mooier om even te wisselen van positie.

Details en lijnen

Lijnen geven ons richting. Het zorgt voor structuur op de foto en met deze structuur “klopt” de foto. Een gebedshuis heeft vaak mooie lijnen en is niet zelden ‘symmetrisch’; de linker en rechterkant zijn gelijk aan elkaar. Denk bijvoorbeeld aan de kerkbankjes die allemaal keurig op één lijn naar het altaar zijn gericht. Sierlijke lijnen volgen elkaar op. In de kerk kun je gebruikmaken van veel compositieregels. De compositieregel van de diagonalen en perspectief laat bijvoorbeeld goed de diepte zien, zodat de grootte van het gebouw goed tot zijn recht komt. De regel van derden of de gulden snede geeft goed richting aan de verhoudingen op de foto. In dit blog lees je er meer over.

Naast mooie lijnen zit een kerk of kathedraal vaak vol met sierlijke details: een houtwerken preekstoel, details in de nok of een mooie muurschildering. Dit zijn details waar je je bij het fotograferen absoluut op moet focussen.

Veel plezier en succes met het fotograferen van misschien wel de mooiste gebouwen die er zijn!