We zetten maar al te vaak de instellingen van onze camera op de automatische stand. Dit is natuurlijk erg gemakkelijk, want de camera past zich automatisch aan op bijvoorbeeld de hoeveelheid licht in een ruimte. Daarnaast hoef je niet na te denken over de juiste instellingen als witbalans, diafragma of ISO-waarde. De automatische instellingen zijn echter beperkt in hun kunnen en alhoewel de automatische stand steeds beter wordt, kan het niet tippen aan iemand die een camera zelf instelt. Met legio aan camera-instellingen en verschillende fotomomenten, is het niet makkelijk om de camera altijd perfect in te stellen. Om jou een beetje op weg te helpen op het gebied van fotograferen en om je foto’s voortaan weer een stukje mooier te krijgen legt CEWE je deze keer uit wat ISO-waarde is en wat je er mee kan doen.

ISO-waarde

De internationale organisatie van standaardisatie (ISO) stelt normen en standaarden vast die door veel mensen gebruikt worden. Zo stellen ze normen en standaarden vast omtrent de voedselveiligheid, maar ook voor het bepalen van de waardes van de filmgevoeligheid. Deze norm voor filmgevoeligheid wordt de ISO-waarde genoemd en is afgeleid uit de ISO-standaard 5800:1987.

 

Wat houdt filmgevoeligheid in?

Zoals genoemd geeft de ISO-waarde met behulp van een getal de filmgevoeligheid aan. Dit getal is afgeleid aan de hoeveel licht die er moet zijn om de zwakste weergave van licht op de foto zichtbaar te maken. Indien de hoeveelheid ISO van de foto wordt verdubbeld, dan zal de helft van het licht nodig zijn voor een vergelijkbaar beeld; in een ruimte die half zo licht is als buiten zou je bijvoorbeeld een ISO van 200 i.p.v. 100 moeten gebruiken.

Hoe pas ik dit toe op mijn camera?

Elke camera heeft tegenwoordig de optie om ISO zelf in te stellen. Zelfs onze mobiele telefoons zijn al voorzien van een optie om deze waardes zelf te regelen. Om de aanpassingen van de ISO-waarde zelf te kunnen regelen, moet je in de instellingen kijken van je camera of in de bij de camera geleverde handleiding. Voor een goede foto, met zelf ingestelde ISO-waardes, is het zaak dat je een beetje speelt met deze waardes. Het nadeel van een hogere ISO-waarde is dat je meer ruis zult zien op de foto. De hoeveelheid ruis op de foto wordt beïnvloed door de hoogte van de ISO-waarde. Is de foto nog te donker? Dan zet je de ISO hoger: bijvoorbeeld van 200 naar 300. Heb je veel ruis op de foto, maar zou het beeld op de foto nog wel wat donkerder kunnen? Dan zet je de ISO-waarde iets lager.

De hoeveelheid ruis wordt ook sterk beïnvloed door de sensor die je camera heeft. Bij camera’s wordt onderscheid gemaakt in een full-frame sensor en een sensor voor crop of compact camera’s. In een spiegelreflexcamera kan een full-frame sensor zitten. Deze sensor is 24 bij 36 mm groot en helpt om betere foto’s te maken bij een hoge ISO. Een spiegelreflex zonder full-frame sensor wordt een crop camera genoemd en heeft een kleinere sensor. Op je mobiele telefoon zit een hele kleine sensor waardoor je al snel foto’s krijgt met ruis bij een hoge ISO-waarde. Vanwege de kosten en de grootte van de sensor wordt er vaak gekozen om geen full-frame sensor in een camera te stoppen. Toch kun je ook met kleinere sensoren goed experimenteren met de ISO.

Waar kan ik ISO-waardes goed gebruiken?

Als je ergens niet kan flitsen maar wel meer licht nodig hebt is ISO een perfect hulpmiddel om toch een mooie foto te krijgen. Het kan bijvoorbeeld ongewenst zijn om in een kerk of in een museum de flits te gebruiken. Door op deze locaties te ‘spelen’ met de ISO-waarde kan je dan toch een goed beeld krijgen. Daarnaast kan ISO je helpen een goede nachtfoto te maken. Bij het fotograferen van bijvoorbeeld een stad kan ISO uitkomst bieden om een lichtere foto te krijgen. Zie je bij een ISO van 100 alleen nog maar de silhouetten van gebouwen en de lichten van wat straatlantaarns? Zet de waarde eens op 400 en je zult zien dat details van de stad, zoals de kleuren van gebouwen, opeens beter zichtbaar worden!