CEWE Fotoservice biedt naast mooie fotoboeken, wanddecoraties en kalenders ook talloze andere leuke fotoproducten. Wist je bijvoorbeeld dat je jouw foto’s kunt laten afdrukken op een puzzel, maar ook op een spel kaarten? Speciaal voor iedereen die houdt van kaartspellen, hebben we de drie leukste kaartspelletjes voor je op een rij gezet. Natuurlijk worden die spelletjes nog vele malen leuker met persoonlijke spelkaarten waarop een foto is afgedrukt van de hele familie, de vriendengroep of het gezin. Leuk om als cadeau te geven of gewoon, om voor jezelf te bestellen!

Pesten
Hoewel het spel allesbehalve aangenaam klinkt, is het wel degelijk een gezellig kaartspel. Het duurt niet al te lang en zowel jong als oud kan meedoen. De regels zijn als volgt: alle spelers krijgen een gelijk

aantal kaarten. Hoeveel dat er zijn, hangt af van het aantal spelers. Het beste is om te kiezen voor zeven kaarten per persoon. De kaarten die overblijven, leg je in een stapeltje – omgekeerd en dus met die mooie foto naar boven – op tafel. Vervolgens draai je één kaart van de stapel om en leg je hem naast de stapel.

De spelers leggen nu om de beurt (en met de klok mee) een kaart op de stapel in het midden van de tafel. De kaart die wordt opgelegd, moet qua waarde of kleur/vorm gelijk zijn aan de bovenste kaart van de aflegstapel. Als de bovenste kaart dus een klaver boer is, kan een speler daar bijvoorbeeld een ruiten boer of een klaver 4 opleggen. Een schoppen 7 past niet op een klaver boer en een harten 5 niet op een ruiten 6.

Kan een speler niet spelen? Dan moet hij een kaart van de omgekeerde stapel nemen. Als de getrokken kaart wel gespeeld kan worden, kan hij deze kaart direct opleggen. De winnaar van het spel is diegene die het eerst al zijn kaarten kwijt is. Maar, de zogeheten pestkaarten, maken het de spelers moeilijk.
Nu zijn er talloze spelregels voor het spel pesten en is het handig om met elkaar af te spreken welke kaarten worden gezien als pestkaarten en welke niet.

– Iedere kaart met het cijfer 2: als deze kaart wordt opgelegd, pakt de volgende speler twee kaarten van de stapel. Daarna is deze speler direct aan de beurt. Als hij dan niet kan spelen, moet hij nogmaals een kaart pakken van de stapel.

– Zeven blijft kleven. Dat betekent dat je, na het opleggen van een kaart met daarop een zeven, nog een keer mag. Als de speler geen kaart in zijn hand heeft die op de oplegstapel past, moet hij een kaart van de stapel pakken. Als de gepakte kaart wel past, mag de speler deze kaart direct opleggen.

– Acht wacht. De volgende speler moet een beurt overslaan.

– Boer mag kiezen. De speler mag een kaartsoort kiezen. “Het wordt vanaf nu…” De volgende speler moet een kaart opleggen die zijn voorganger heeft genoemd. Dit kan ruiten, harten, schoppen of klaver zijn. Een boer mag alleen worden opgelegd als deze past op de voorgaande kaart. Een ruiten boer mag dus op een ruiten kaart worden gelegd, maar niet op een schoppen kaart.

– Aas draait. De aas wordt gebruikt om de volgorde van het spel om te draaien. Als de aas wordt gespeeld wordt het spel dus tegen de klok in gespeeld in plaats van met de klok mee, of juist met de klok mee als het spel al tegen de klok in ging.

– De joker. De joker is een echte pestkaart: de volgende speler moet vijf kaarten van de stapel pakken. De speler die de kaarten moest pakken, bepaalt de nieuwe kaartsoort. De joker mag op elke kaart gespeeld worden. Let op: heeft de ‘gepeste speler’ ook een joker? Dan mag hij die opgooien en moet de speler dáárna tien kaarten pakken. Als er meerder jokers in het spel zijn, omdat je bijvoorbeeld met twee pakjes kaarten speelt, dan kun je wel bedenken dat het aantal behoorlijk hoog kan oplopen.

Heeft een speler nog maar één kaart? Dan moet hij op de tafel kloppen. Doet de speler dit niet en gooit hij wel zijn laatste kaart op, dan moet hij twee strafkaarten pakken. Daarnaast mogen de spelers niet als laatste kaart een pestkaart opgooien. Een pestkaart is een kaart zoals hierboven beschreven. Doet de speler dit toch, dan moet hij twee strafkaarten pakken.

Hoewel er talloze varianten zijn, zijn dit de basisregels van pesten en kun je met bovenstaande spelregels een hele leuke en gezellige tijd beleven.

Bestel hier je speelkaarten

Zenuwen
Voor dit spel moet je rapper dan rap zijn. Zenuwen is een razendsnel spel waarbij alles draait om het behouden van rust en overzicht in de chaos van handen en kaarten. Het spel werkt als volgt: verdeel alle kaarten onder de spelers. Iedere speler maakt van de ontvangen kaarten vijf gesloten Patience stapels, waarbij de bovenste kaart van ieder stapeltje met de spelkant naar boven gekeerd ligt. Je krijgt dus vijf stapeltjes voor je met één, twee, drie, vier of vijf kaarten. Liggen er twee kaarten met dezelfde waarde naar boven gekeerd (bijvoorbeeld twee keer een drie, of twee keer een Boer)? Dan mag je die kaart op de andere kaart met dezelfde waarde leggen en de omgekeerde kaart die tevoorschijn komt, omkeren.

De kaarten die overblijven na het leggen van de Patience stapels, leg je – net als je medespelers – in een gesloten stapeltje op tafel. Vervolgens draait iedereen de bovenste kaart van het stapeltje in het midden van de tafel om en kan het spel beginnen.

De bedoeling van het spel is dat je zo snel mogelijk je kaarten kwijtraakt, door je kaarten op de omgekeerde kaarten in het midden van de tafel te leggen. Iedereen mag altijd opgooien; er zijn dus geen beurten. Geen afgesproken beurten, zorgt voor veel chaos én een permanente zenuwachtige staat: er gebeurt zoveel! Je speelt het spel slechts met de getallen op de kaarten (de vormen/kleuren doen er dus niet toe) en je mag zowel oplopende als aflopende getallen opleggen. Dat wil zeggen dat op een vier zowel een vijf als een drie mag (maar geen zeven of acht) en op een Aas zowel een Heer als een twee, ongeacht kleur of vorm.

Je speelt het spel met de Patience kaarten die voor je liggen en alleen met de naar boven gekeerde kaarten; de kaarten onderop de stapel mag je niet bekijken of gebruiken. Telkens als je een kaart kwijt bent geraakt aan een van de stapels (je mag de kaarten op de stapeltjes van alle spelers leggen) en er dus een omgekeerde kaart tevoorschijn komt, mag je de bovenste kaarten van je Patience rijtje omkeren om verder te kunnen spelen. Kun je niet? Dan wacht je tot je wel weer kunt opleggen, doordat de andere spelers een kaart hebben opgelegd waarmee jij verder kunt spelen. Wanneer niemand meer kan opgooien, draait iedere speler de volgende kaart van zijn middelste stapel om en wordt het spel vervolgd.

Een ronde is afgelopen als een van de spelers alle kaarten kwijt is (behalve natuurlijk het stapeltje in het midden). Als dat gebeurt, mag iedereen op een van de stapels in het midden slaan. Iedere speler streeft er naar om op het stapeltje te slaan met de minste kaarten; het doel is immers om al je kaarten kwijt te raken. Als je je kaarten kwijt bent en slim bent, dan laat je dat niet teveel merken, maar sla je in plaats daarvan gauw op het dunste stapeltje.

Vervolgens begint er een nieuwe ronde, waarbij ieder de kaarten gebruikt die hij of zij nog over heeft. Het spel kan heel snel afgelopen zijn, doordat een van de spelers snel en geraffineerd te werk gaat, of uit talloze rondes bestaan, doordat steeds weer een ander de pech heeft op het dikste stapeltje te slaan.

De winnaar van het spel is diegene die – na het maken van vijf Patience stapeltjes – geen kaarten meer over heeft om in het midden van de tafel te leggen én die aan het einde van het spel op een leeg stapeltje kaarten (niet bestaand stapeltje kaarten) slaat. De speler is dan al zijn kaarten kwijtgeraakt en is de winnaar!

Bestel hier je speelkaarten

Liegen (bullshit)
Liegen is gebaseerd op het Amerikaanse ‘Bullshit’. Je speelt dit spel met drie of vier mensen; het is super gemakkelijk en iedereen kan meedoen! Allereerst worden alle kaarten onder de spelers verdeeld. Iedereen krijgt (indien mogelijk) een gelijk aantal kaarten toebedeeld.

Het uitgangspunt is dat je moet proberen om al je kaarten kwijt te raken. De speler die als eerste alle kaarten kwijt is, is de winnaar. Aan het begin van het spel maakt het niet uit wie er begint, dat bepaal je als groep. In de rondes daarna begint de verliezer altijd.

Diegene die begint, noemt een kleur waarin wordt gespeeld. Dat kan dus klaver, ruiten, harten, of schoppen zijn. Dit wordt de actieve kleur. Vervolgens legt iedere speler, met de klok mee en om de beurt, een

kaart op. De kaarten die worden opgelegd, liggen met de achterkant naar boven gekeerd, zodat je van elkaar niet kunt zien welke kaart wordt opgelegd.

Als je vermoedt dat je voorganger ‘liegt’ over de kleur die hij heeft opgelegd, mag je – in plaats van een kaart op te leggen – de vorige speler uitdagen door te roepen: ” je liegt! (of: bullshit)”. Heeft de vorige speler de laatste kaart in de actieve kleur gespeeld, dan heeft hij of zij niet gelogen en moet jij als uitdager de hele stapel in je hand nemen. Je bent dan ‘gejast’. Klopt je vermoeden en loog je voorganger inderdaad, dan moet hij of zij de hele stapel in zijn hand erbij nemen. In dat geval is deze speler gejast.

Vervolgens gaat het spel verder en mag de verliezer van de uitdaging de nieuwe actieve kleur bepalen. De speler die alle kaarten kwijt is, heeft gewonnen. Easy as that!

Bestel hier je speelkaarten

Veel speelplezier!