Een goed gekozen onderwerp en een mooie compositie zorgen nog niet voor een perfecte foto. Dan zouden we namelijk een heel belangrijk onderdeel vergeten: licht. Licht is namelijk de taal van de fotografie. Hoe meer je erover leert, hoe beter je foto’s zullen worden. Niet voor niets betekent fotografie letterlijk ‘schrijven met licht’. Maar welke soorten licht zijn er en hoe maken we er handig gebruik van?

Soorten licht
We kunnen twee soorten licht onderscheiden: natuurlijk licht en kunstlicht. Natuurlijk licht is ons omgevingslicht, ook wel daglicht. Dit heb je niet in de hand, je kunt hoogstens je foto’s er op aanpassen. Kunstlicht komt van lampen en flitsers. Hiermee kun je een foto, bijvoorbeeld in een studio, wel helemaal naar je eigen hand zetten. Ook kun je kunstlicht en natuurlijk licht combineren. Zo kun je door het gebruik van een flitser schaduwen opheffen die worden veroorzaakt door direct zonlicht op je onderwerp. Dit wordt ‘inflitsen’ genoemd.

De kwaliteit van het licht
Licht kan hard of zacht zijn. Bij natuurlijk licht hangt de kwaliteit van het licht sterk af van de tijd van de dag, de tijd van het jaar en de weersomstandigheden. Hard licht wordt veroorzaakt door een hoogstaande zon met onbewolkt weer. Dit geeft een hoog contrast; er is veel verschil tussen het lichtste en het donkerste deel in je foto. Ditzelfde effect bereik je door het gebruik van een flitser. Wanneer wolken als het ware de zon filteren, spreken we van zacht licht. Duidelijke schaduwen ontbreken en de ware kleuren van je onderwerp komen zo beter naar voren.

Het mooiste licht
Een goede manier om fantastische foto’s te maken met natuurlijk licht is door gebruik te maken van het zogenaamde gouden uur. Hiermee wordt het uur na zonsopkomst en het uur voor zonsondergang bedoeld. Tijdens dit magische uur zie je de lucht constant van kleur veranderen en het licht is zacht en warm. Handig om hier rekening mee te houden wanneer je een magische sfeer in je foto wilt creëren.

De lichtval
Bekijk van tevoren goed waar het licht vandaan komt en hoe dat op je onderwerp valt. Bij frontaal licht heb je de zon bijvoorbeeld in de rug waardoor het licht van voren op je onderwerp valt. Hierdoor is je onderwerp prima belicht, maar het contrast is ver te zoeken. Het resultaat is een ‘platte’ foto. Bij zijlicht of strijklicht daarentegen valt het licht precies van opzij op je onderwerp. Hiermee kun je juist goed de structuur van je onderwerp weergeven. Kijk ook eens hoe het licht van boven of beneden valt of maak gebruik van tegenlicht.

Creatief fotograferen met tegenlicht
Hoewel er meestal wordt afgeraden om tegen het licht in te fotograferen kan dit voor heel bijzondere effecten zorgen. Tegenlicht kan afkomstig zijn van de zon, een flitser of reflecties van sneeuw of zand. Dit licht zorgt ervoor dat onderwerpen van achteren worden belicht, waardoor schaduwen duidelijker zichtbaar worden, een sterker contrast ontstaat tussen licht en donker, details verdwijnen, silhouetten ontstaan en lijnen en vormen worden benadrukt. Onderscheidende foto’s zijn vaak het resultaat omdat er zo veel sfeer aan een onderwerp kan worden toegevoegd. Denk aan oplichtende randen, silhouetten en doorzichtige bladeren.

De belichtingsdriehoek
Tot slot kunnen we er zelf voor kiezen hoe we een onderwerp belichten. Onder belichting verstaan we de hoeveelheid licht waaraan de sensor van je camera wordt blootgesteld. De juiste belichting hangt samen met de sensorgevoeligheid, oftewel ISO waarde of lichtgevoeligheid, de sluitertijd en het diafragma. Die drie onderdelen samen vormen de belichtingsdriehoek en zijn direct met elkaar verbonden. Wil je meer uit je foto’s halen, dan zal je de camera van die automatische stand moeten halen en alles zelf instellen. Dan pas kun je helemaal zelf bepalen hoe jouw foto’s eruit komen te zien.

Experimenteer veel, leer je camera kennen en weet welke mogelijkheden er zijn. Zo leer je de taal van de fotografie te begrijpen zodat je werkelijk kunt gaan schrijven met licht.