Het woord ‘bokeh’ komt van het Japanse woord boke, wat onscherp betekent. Deze term wordt gebruikt om de kwaliteit van de achtergrondscherpte van een foto uit te drukken. Fotografen maken vaak gebruik van bokeh wanneer de achtergrond afleidt van het hoofdonderwerp van de foto. De details verdwijnen namelijk en maken plaats voor mooie cirkelvormige vormen.
Fotografen spreken vaak van een goede of slechte bokeh. Een goede (of mooie) bokeh betekent over het algemeen dat er mooie rondjes te zien zijn in het onscherpe deel van de foto. Dit hangt af van de lens die je gebruikt: hoe meer lamellen je lens heeft, hoe ronder de vormen worden. Toch kunnen ook hoekige vormen een leuk effect opleveren, dus dit is vooral een kwestie van smaak.
Makkelijk om een goede bokeh te bereiken is het trouwens niet. Je achtergrond zelf is niet alleen heel belangrijk – deze moet wel iets toevoegen aan je foto – maar ook de afstand tot je onderwerp, de brandpuntsafstand van je lens en de grootte van het gebruikte diafragma hebben veel invloed. Over het algemeen geeft een telelens met open diafragma en een kleine scherptediepte de meeste kans op een mooie bokeh.
Laat je overigens niet ontmoedigen, maar experimenteer gewoon veel. Het eindresultaat zal de moeite waard zijn!